De Albertina in Wenen kan terugkijken op een uitzonderlijk lange geschiedenis: Hertog Albert van Saksen-Teschen bouwde decennialang aan een uitgebreide kunstcollectie vanaf 1776. Na verschillende eigendomswisselingen en verhuizingen werd deze collectie uiteindelijk eigendom van de Republiek Oostenrijk en vond het zijn huidige thuis in de jaren 1920 onder de naam "Albertina". In de jaren 1990 moest de Albertina meer dan tien jaar dicht voor een uitgebreide restauratie, herinrichting en modernisering. In 2003 werd het heropend als een modern kunstcentrum.
Naast de prentencollectie met meer dan 900.000 objecten huisvest het Albertina tentoonstellingen van schilderkunst, beeldhouwkunst, fotografie en architectuur uit alle belangrijke tijdperken en 20 staterooms in de stijl van de Habsburgse aartshertogen. Bijzonder is de permanente privélening van Rita en Herbert Batliner, waardoor de Albertina een van de belangrijkste Europese collecties van het internationale klassieke modernisme kan tonen. Vandaag de dag is de Albertina een van de populairste bezienswaardigheden in Wenen en trekt het enkele honderdduizenden bezoekers per jaar.
De originelen van de hier getoonde kunstwerken zijn te zien in de Albertina in Wenen.