Tilman Riemenschneider

Rond 1460-1531

De werken van Tilman Riemenschneider vertegenwoordigen als bijna geen andere beeldhouwer de overgang van de Middeleeuwen naar de Renaissance. Met zijn uitmuntende technische genie blies hij de oude tradities nieuw leven in. Hij was de eerste kunstenaar die zijn werken vaak niet schilderde en ontdekte het spel van licht en schaduw als creatief element. Zo creëerde hij grandioze composities vol emotionele spanning, waarin hij zijn figuren tot leven bracht met expressieve gezichten, benadrukte gebaren en dramatische draperieën.

De beeldhouwer en beeldhouwer Tilman Riemenschneider werd rond 1460 geboren in de Harz en stierf in 1531 in Würzburg. Zijn reizen brachten hem naar Zwaben en de Boven-Rijn. Uiteindelijk vestigde hij zich in Würzburg, waar hij zo bekend werd dat hij tot burgemeester werd gekozen.

De werken van Riemenschneider sluiten aan bij de Zwabische en Boven-Rijnse kunst in de traditie van Gerhaert van Leyden. De voorstellingen laten echter ook zien dat hij bekend moet zijn geweest met de prenten van zijn tijdgenoten Martin Schongauer en Albrecht Dürer. Riemenschneider evolueerde van een tweedimensionale vervlechting van vormen naar een steeds grotere ruimtelijkheid, waarbij zijn composities met meerdere figuren steeds duidelijker van structuur werden.

Zijn favoriete materialen waren kalkhout en Frankische zandsteen, maar ook marmer en albast.

Riemenschneider werd beroemd om zijn altaren, waarvan het bekendste het Creglinger Marienaltar is. Riemenschneider was vooral een vernieuwer op het gebied van gebeeldhouwde altaren: hij was een van de eerste beeldhouwers die het zonder gekleurde beschildering deed. Zijn figuren verschillen van de hedendaagse laatgotische stijl door hun lyrische delicatesse en innerlijkheid.