Beeld "Lente in Worpswede" (1900), ingelijst
Beeld "Lente in Worpswede" (1900), ingelijst
Korte info
gelimiteerd, 990 exemplaren | genummerd | reproductie, Dietz Giclée print op canvas | op spieraam | ingelijst | formaat 75 x 75 cm
Gedetailleerde beschrijving
Beeld "Lente in Worpswede" (1900), ingelijst
De belangrijke Duitse impressionist en landschapsschilder Hans am Ende (1864-1918) vestigde zich in 1889 in Worpswede. Hij was een van de oprichters van de legendarische kunstenaarskolonie, samen met Fritz Mackensen en Otto Modersohn. Zijn schilderijen verschilden vaak van die van zijn kunstenaarsvrienden door hun stralende helderheid. Met dit meesterlijke schilderij legde hij de lentestemming in het idyllische landschap rond Worpswede vast.
Origineel: 1900, olieverf op doek, 100 x 100 cm, Worpswede Kunsthalle Friedrich Netzel. Het gerenommeerde Dietz-Offizin staat bekend om de authentieke reproductie van meesterlijke schilderijen op hoogwaardig schildersdoek. Deze moderne Giclée-editie is gemaakt met speciale lichtechte kleuren met een hoog niveau van nuance, contrast en verzadiging. Dezelfde zorg en aandacht voor detail die verzamelaars en liefhebbers gewend zijn van Dietz-Offizin wordt toegepast.
Originele Dietz Giclée print op canvas. Gespannen op een spieraam. Beperkte oplage van slechts 990 exemplaren, genummerd op de achterkant. Ingelijst in een massief houten frame van hoge kwaliteit. Afmeting 75 x 75 cm.
Over Hans am Ende
In 1889 werd de "Künstlervereinigung Worpswede" opgericht door Hans am Ende, Fritz Mackensen, Otto Modersohn, Fritz Overbeck, Heinrich Vogeler en Carl Vinnen. Hun deelname aan de tentoonstelling van de kunstenaarscoöperatie in München in 1895 leverde de kleine groep eer en aankopen op en daarmee hun artistieke doorbraak.
Hans am Ende, geboren in Trier op 31 december 1864, studeerde aan de Münchener Academie van 1884-89 met een onderbreking van twee jaar. Zijn persoonlijke kennismaking met Fritz Mackensen, die bij toeval het onbekende boerendorp Teufelsmoor ten noorden van Bremen had ontdekt, bracht Ende ertoe om zich in 1889 permanent in Worpswede te vestigen.
De felgekleurde schilderijen van Hans am Ende richten zich voornamelijk op het heidegebied. Hier was hij ver verwijderd van de academische kunstwereld en vond hij een onmiddellijke fascinerende ervaring van de natuur. Hij ving het ruige landschap in sfeervolle, delicate natuurschilderijen.
In zijn latere werk werd het Zwitserse hooggebergte het middelpunt van zijn motieven. Hij bracht hier de laatste jaren van zijn leven door en stierf in 1918.
Giclée = afgeleid van het Franse werkwoord gicler dat "stralen, vernevelen" betekent.
De Giclée-methode is een digitaal drukproces. Het is een afdruk op groot formaat met hoge resolutie van een inkjetprinter met speciale verschillend gekleurde of op pigment gebaseerde inkten (meestal zes tot twaalf). De kleuren zijn licht-echt, dat wil zeggen bestand tegen schadelijk UV-licht. Ze hebben een grote rijkdom aan nuances, contrast en verzadiging.
Het Giclée-procédé is geschikt voor schildersdoek, voor handgeschept en aquarelpapier en voor zijde.
De stijl van het impressionisme, die rond 1870 in de Franse schilderkunst opkwam, dankt zijn naam aan het landschapsschilderij "Impression, soleil levant" van Claude Monet. Na aanvankelijk te zijn afgewezen, begon het aan een ware triomftocht.
Schilders als Claude Monet, Edgar Degas, Edouard Manet, Auguste Renoir en anderen creëerden motieven uit het dagelijks leven en stads- en landschapstaferelen in een helder, natuurlijk licht.
Het impressionisme kan worden gezien als een reactie op de schilderkunst van de academies. De nadruk lag niet op de inhoud met een volgens vaste regels ontworpen picturale compositie, maar op het object zoals het op dat moment verscheen, in een vaak willekeurig detail. De werkelijkheid werd gezien in al haar verscheidenheid aan kleuren in natuurlijk licht. Het schilderen in de open lucht verving het schilderen in het atelier.
Het verhelderen van het palet en het opheffen van vaste contouren ging gepaard met een nieuwe benadering van kleur. In veel gevallen werden de kleuren niet meer op het palet gemengd, maar zodanig naast elkaar op het doek geplaatst dat de uiteindelijke indruk pas in het oog van de toeschouwer, op enige afstand, tevoorschijn kwam. In het "pointillisme" (met schilders als Georges Seurat en Paul Signac) werd dit principe vervolgens tot in het extreme doorgevoerd.
Buiten Frankrijk kreeg het impressionisme vorm in de werken van schilders als Max Slevogt, Max Liebermann en Lovis Corinth in Duitsland en ook door James A.M. Whistler in de Verenigde Staten.
In de beeldhouwkunst kwam het impressionisme slechts in beperkte mate tot uiting. In de werken van Auguste Rodin, die als een van de belangrijkste vertegenwoordigers wordt beschouwd, is een ontbinding van oppervlakken zichtbaar, waarbij het spel van licht en schaduw deel uitmaakt van de artistieke prestatie. Ook Degas en Renoir maakten sculpturen.