Beeld "Le Déjeuner sur l'herbe (De lunch op het gras)" (1863), ingelijst
Beeld "Le Déjeuner sur l'herbe (De lunch op het gras)" (1863), ingelijst
Korte info
reproductie, Giclée print op canvas. spieraam | museum frame | formaat 78,5 x 62,5 cm
Gedetailleerde beschrijving
Beeld "Le Déjeuner sur l'herbe (De lunch op het gras)" (1863), ingelijst
Toen Edouard Manet het schilderij in 1863 wilde tentoonstellen op de Parijse Salon, werd het prompt geweigerd. Zo'n aanstootgevende afbeelding van een naakte vrouw mocht in die tijd onder geen beding worden tentoongesteld. Dankzij keizer Napoléon III werd het schilderij later opgenomen in een apart deel van de tentoonstelling in de Salon des Refusés en zo eindelijk aan het publiek getoond. De kijkers reageerden met minachting en spot - de afbeelding van een vrouw die zich zo vrij presenteert was een groot schandaal.
Voor zijn schilderij "Ontbijt in het groen" liet Manet zich inspireren door twee bekende werken die in het Louvre te zien waren. Het ene is "Het concert in de open lucht" van Titiaan, dat diende als zijn eigenlijke onderwerp - terwijl de opstelling van de groep was gebaseerd op Rafaëls "Oordeel van Parijs".
De man rechts is Ferdinand Leenhoff, een Nederlandse beeldhouwer. Hij is de broer van Manets vrouw Suzanne. De vrouw op de achtergrond stelt Suzanne voor. Manet's broer Eugène is links te zien. Het schilderij is oorspronkelijk gemaakt in 1863, maar met de titel "Le bain" (Het bad). Het origineel meet 208 x 264,5 cm en is geschilderd in olieverf op doek. Tegenwoordig wordt het tentoongesteld in het "Musée d'Orsay" in Parijs. Giclée-afdruk op canvas, opgespannen op een spieraam. Afmeting motief 70 x 54 cm. In exclusief museum frame. Afmeting incl. lijst 78,5 x 62,5 cm.
Over Edouard Manet
1832-1883
Manet was een van de belangrijkste Franse schilders van de tweede helft van de 19e eeuw. Hoewel hij een van de pioniers van de impressionisten was, bleef zijn stijl onafhankelijk. Hij ontmoette vaak de grondleggers van het impressionisme, die hem als een groot voorbeeld beschouwden. Na 1871 inspireerde zijn contact met Claude Monet hem om in de open lucht te schilderen. In de jaren daarna werden zijn schilderijen gekenmerkt door helderdere, meer heldere kleuren en een lichtere, meer schetsmatige penseelstreek.
Weergave van typische scènes uit het dagelijks leven in de schilderkunst, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt tussen boeren-, burgerlijke en hoofse thema's.
Het genre bereikte zijn hoogtepunt en immense populariteit in de Nederlandse schilderkunst van de 17e eeuw. In de 18e eeuw trad vooral in Frankrijk de hoofse en galante schilderkunst op de voorgrond, terwijl in Duitsland het burgerlijke karakter werd benadrukt.
Giclée = afgeleid van het Franse werkwoord gicler dat "stralen, vernevelen" betekent.
De Giclée-methode is een digitaal drukproces. Het is een afdruk op groot formaat met hoge resolutie van een inkjetprinter met speciale verschillend gekleurde of op pigment gebaseerde inkten (meestal zes tot twaalf). De kleuren zijn licht-echt, dat wil zeggen bestand tegen schadelijk UV-licht. Ze hebben een grote rijkdom aan nuances, contrast en verzadiging.
Het Giclée-procédé is geschikt voor schildersdoek, voor handgeschept en aquarelpapier en voor zijde.
De stijl van het impressionisme, die rond 1870 in de Franse schilderkunst opkwam, dankt zijn naam aan het landschapsschilderij "Impression, soleil levant" van Claude Monet. Na aanvankelijk te zijn afgewezen, begon het aan een ware triomftocht.
Schilders als Claude Monet, Edgar Degas, Edouard Manet, Auguste Renoir en anderen creëerden motieven uit het dagelijks leven en stads- en landschapstaferelen in een helder, natuurlijk licht.
Het impressionisme kan worden gezien als een reactie op de schilderkunst van de academies. De nadruk lag niet op de inhoud met een volgens vaste regels ontworpen picturale compositie, maar op het object zoals het op dat moment verscheen, in een vaak willekeurig detail. De werkelijkheid werd gezien in al haar verscheidenheid aan kleuren in natuurlijk licht. Het schilderen in de open lucht verving het schilderen in het atelier.
Het verhelderen van het palet en het opheffen van vaste contouren ging gepaard met een nieuwe benadering van kleur. In veel gevallen werden de kleuren niet meer op het palet gemengd, maar zodanig naast elkaar op het doek geplaatst dat de uiteindelijke indruk pas in het oog van de toeschouwer, op enige afstand, tevoorschijn kwam. In het "pointillisme" (met schilders als Georges Seurat en Paul Signac) werd dit principe vervolgens tot in het extreme doorgevoerd.
Buiten Frankrijk kreeg het impressionisme vorm in de werken van schilders als Max Slevogt, Max Liebermann en Lovis Corinth in Duitsland en ook door James A.M. Whistler in de Verenigde Staten.
In de beeldhouwkunst kwam het impressionisme slechts in beperkte mate tot uiting. In de werken van Auguste Rodin, die als een van de belangrijkste vertegenwoordigers wordt beschouwd, is een ontbinding van oppervlakken zichtbaar, waarbij het spel van licht en schaduw deel uitmaakt van de artistieke prestatie. Ook Degas en Renoir maakten sculpturen.