Beeld "Stilleven met appels en primula's" (begin jaren 1890), ingelijst
Beeld "Stilleven met appels en primula's" (begin jaren 1890), ingelijst
Korte info
gelimiteerd, 199 exemplaren | reproductie, giclée print op canvas | op spieraam | ingelijst | formaat 60 x 73 cm (h/w)
Gedetailleerde beschrijving
Beeld "Stilleven met appels en primula's" (begin jaren 1890), ingelijst
Origineel: The Metropolitan Museum of Art, New York.
Hoogwaardige reproductie met behulp van het Fine Art Giclée-proces rechtstreeks op het canvas van de kunstenaar, opgespannen op een spieraam. Beperkte oplage van 199 exemplaren. Met massief houten museum frame. Afmeting 60 x 73 cm (h/w).
Over Paul Cézanne
1839-1906
"Ik schilder niet alleen zoals ik zie, ik schilder zoals ik voel": Paul Cézanne (1839-1906) creëerde met zijn post-impressionistische schilderijen doorslaggevende uitgangspunten voor de schilderkunst van de 20e eeuw. Vooral kubisten en fauvisten, zoals Pablo Picasso en Henri Matisse, vonden hun kunst direct terug bij Cézanne. Cézanne was een van de eerste schilders die opzettelijk formaten en perspectieven in zijn schilderijen veranderde om een bepaalde levendigheid en effect te bereiken.
Als zoon van een kleine bankier werd Cézanne op 19 januari 1839 geboren in Aix-en-Provence. Door zijn late artistieke erkenning was Cézanne zijn hele leven financieel afhankelijk van zijn vader. Dit werd nog verergerd door zijn afwijzing van de Ecole des Beaux-Arts in Parijs en zijn voortdurende afwijzing van de salons, waardoor hij steeds meer een eenzaat werd. Hij liet de wens van zijn vader varen om rechten te gaan studeren, maar werd uiteindelijk autodidact en leerde van de werken van Rubens, Delacroix en Poussin. Hij werkte vaak in de kring van de impressionisten en exposeerde met hen. Hij nam echter afstand van hun stijl, omdat hij een "stevige en duurzame schilderkunst" wilde creëren die alleen impressionistisch was in bepaalde kenmerken, zoals de verheldering van het palet en de sfeervolle, glinsterende kleuren.
Cézanne schilderde bijna uitsluitend landschappen van het gebied rond Aix-en-Provence, stillevens en scènes uit het dagelijks leven waarin hij wilde weergeven wat hij waarnam in plaats van de zichtbare natuur. Hij ontwikkelde een nieuwe opvatting over ruimte, vorm en kleur die de trend zou zetten voor volgende generaties schilders. Hij wordt terecht de "vader van het modernisme" genoemd.
Het belang van zijn werken werd pas erkend na zijn eerste solotentoonstelling in Parijs in 1895. Er volgden meer tentoonstellingen en zijn schilderijen werden voor hoge prijzen verkocht. Toch trok hij zich steeds meer terug en zijn gezondheid ging zienderogen achteruit. Zelfs zijn vrouw en zoon, die beiden in Parijs woonden, konden hem niet meer bereiken. Uiteindelijk stierf Cézanne alleen aan longontsteking in zijn atelier in Aix-en-Provence op 22 oktober 1906.
De "mythe van Cézanne" werd slechts een jaar later herdacht in een grote herdenkingstentoonstelling met 56 van zijn schilderijen.
Giclée = afgeleid van het Franse werkwoord gicler dat "stralen, vernevelen" betekent.
De Giclée-methode is een digitaal drukproces. Het is een afdruk op groot formaat met hoge resolutie van een inkjetprinter met speciale verschillend gekleurde of op pigment gebaseerde inkten (meestal zes tot twaalf). De kleuren zijn licht-echt, dat wil zeggen bestand tegen schadelijk UV-licht. Ze hebben een grote rijkdom aan nuances, contrast en verzadiging.
Het Giclée-procédé is geschikt voor schildersdoek, voor handgeschept en aquarelpapier en voor zijde.
De stijl van het impressionisme, die rond 1870 in de Franse schilderkunst opkwam, dankt zijn naam aan het landschapsschilderij "Impression, soleil levant" van Claude Monet. Na aanvankelijk te zijn afgewezen, begon het aan een ware triomftocht.
Schilders als Claude Monet, Edgar Degas, Edouard Manet, Auguste Renoir en anderen creëerden motieven uit het dagelijks leven en stads- en landschapstaferelen in een helder, natuurlijk licht.
Het impressionisme kan worden gezien als een reactie op de schilderkunst van de academies. De nadruk lag niet op de inhoud met een volgens vaste regels ontworpen picturale compositie, maar op het object zoals het op dat moment verscheen, in een vaak willekeurig detail. De werkelijkheid werd gezien in al haar verscheidenheid aan kleuren in natuurlijk licht. Het schilderen in de open lucht verving het schilderen in het atelier.
Het verhelderen van het palet en het opheffen van vaste contouren ging gepaard met een nieuwe benadering van kleur. In veel gevallen werden de kleuren niet meer op het palet gemengd, maar zodanig naast elkaar op het doek geplaatst dat de uiteindelijke indruk pas in het oog van de toeschouwer, op enige afstand, tevoorschijn kwam. In het "pointillisme" (met schilders als Georges Seurat en Paul Signac) werd dit principe vervolgens tot in het extreme doorgevoerd.
Buiten Frankrijk kreeg het impressionisme vorm in de werken van schilders als Max Slevogt, Max Liebermann en Lovis Corinth in Duitsland en ook door James A.M. Whistler in de Verenigde Staten.
In de beeldhouwkunst kwam het impressionisme slechts in beperkte mate tot uiting. In de werken van Auguste Rodin, die als een van de belangrijkste vertegenwoordigers wordt beschouwd, is een ontbinding van oppervlakken zichtbaar, waarbij het spel van licht en schaduw deel uitmaakt van de artistieke prestatie. Ook Degas en Renoir maakten sculpturen.