Stilleven
Het stilleven, als artistieke weergave van schijnbaar alledaagse en volkomen levenloze voorwerpen uit het dagelijks leven, fascineert schilders en publiek al eeuwenlang. Bijna alle grote meesters zoals Renoir, van Gogh, Monet, Manet, Cézanne, Macke, Beckmann, Kokoschka, Jawlensky, Picasso, Chagall, Dalí of Magritte creëerden hun interpretaties van dit onderwerp. Zelfs in de hedendaagse kunst zijn moderne stillevens nog steeds aanwezig in de beeldhouwkunst, schilderkunst en fotografie. Daarnaast zijn motieven die duidelijk lijken op stillevens steeds vaker te vinden in niet-kunstzinnige gebieden zoals reclame of sociale media en blogposts.
Volgens Griekse mythen gaat de geschiedenis van het stilleven terug tot de oudheid: De schrijver Plinius berichtte over de schilder Zeuxis, die druiven schilderde, zo realistisch dat vogels overvlogen en probeerden ze op te eten. Stillevens ontwikkelden zich echter pas rond de 16e eeuw tot een eigen genre. Ze begonnen in de Nederlanden en beleefden hun eerste bloeiperiode in andere Europese landen tijdens de barok. Uiteindelijk konden ze zich vestigen in de 19e eeuw en sindsdien zijn stillevens niet meer weg te denken uit het repertoire van veel kunstenaars.
Stillevens worden bijna altijd gekenmerkt door uitbundige en decoratief geënsceneerde arrangementen van bloemen, fruit, vis en vlees, wapens, glazen, instrumenten en vele andere voorwerpen. Onder de vele variaties zijn stillevens met bloemen of stillevens met fruit bijzonder populair en dus veelvuldig geschilderd. Naast het puur decoratieve karakter was de symbolische lading van de afgebeelde voorwerpen een even belangrijk aspect. Suiker symboliseerde bijvoorbeeld lust en de citroen stond voor matigheid. Klimop of korenaren symboliseerden het eeuwige leven en de wedergeboorte, bloeiende bloemen stonden voor liefde en schoonheid, brood en wijn werden beschouwd als verwijzingen naar het christelijke Laatste Avondmaal en oesters symboliseerden zondige verleidingen. Er ontstond een apart subgenre dat bekend staat als Vanitas-schilderijen, die bedoeld waren om mensen te herinneren aan hun vergankelijkheid. Dit werd afgebeeld door middel van schedels, zandlopers, rottend fruit of uitgebrande kaarsen.