19e eeuw / rond 1900
De 19e eeuw in beeldhouwkunst - Traditie en visie
Net als de schilderkunst boekte ook de beeldhouwkunst aanzienlijke vooruitgang in de 19e eeuw. De ontwikkeling van de beeldhouwkunst in de 19e eeuw is vooral interessant omdat er aan het begin van de eeuw een gedeeltelijke terugkeer was naar zeer traditionele vormen van ontwerpen uit de oudheid. Tegen het einde van de eeuw kregen visionaire ideeën echter de overhand, waarmee de koers werd uitgezet voor de moderne beeldhouwkunst van de 20e eeuw. De belangrijkste kunsttijdperken van deze periode waren het classicisme, impressionisme, symbolisme en art nouveau. Sommige van deze stilistische invloeden uit de 19e eeuw breidden zich uit tot in de 20e eeuw.
Terug naar de Oudheid: Classicisme
In de tweede helft van de 18e eeuw verving het classicisme de barok en rococo. De invloed ervan strekte zich echter uit tot ver in de 19e eeuw. De beeldhouwers van het Classicisme hadden zich bevrijd van de zeer expressieve en emotionele vormgeving van de voorgaande tijdperken. Hoewel ze zich bleven oriënteren op de reële vormen in de weergave van de figuren, werkten ze iets minder speels en weelderig en stelden ze de figuren op een meer objectieve manier voor. Deze ietwat gereduceerde stijl toonde een duidelijke verwijzing naar de duizenden jaren oude stilistiek van de oudheid.
De dageraad van een nieuwe representatiewijze: Impressionisme
Het impressionisme ontstond rond het midden van de 19e eeuw als de eerste stijl die brak met een aantal fundamentele en voorheen algemeen aanvaarde regels van de schilder- en beeldhouwkunst. De essentie van het impressionisme bestond uit het idee dat kunstwerken niet langer de werkelijkheid perfect hoefden weer te geven. In plaats daarvan wilden kunstenaars hun subjectieve en vluchtige indrukken van het moment in hun werken verwerken. Vandaag de dag wordt het impressionisme vooral gezien als een fenomeen van de schilderkunst, maar er vonden ook merkbare veranderingen plaats in de beeldhouwkunst tijdens dit artistieke tijdperk van de 19e eeuw. Kunstenaars begonnen andere materialen te gebruiken dan het traditionele marmer, zoals was. Bovendien bewerkten ze hun sculpturen niet langer tot in het kleinste detail en lieten ze zelfs sporen van het werk door. Het impressionisme veranderde niet alleen de 19e-eeuwse kunst aanzienlijk, maar gaf ook cruciale impulsen aan veel stijlen van het modernisme in de daaropvolgende decennia.
Een vleugje modernisme: Symbolisme en Art Nouveau
Naast het impressionisme behoren het symbolisme en de art nouveau tot de invloedrijke artistieke tijdperken van de 19e eeuw. Beide stijlen ontwikkelden zich rond de eeuwwisseling en deelden de fundamentele afwijzing van naturalisme en realisme in de kunst. De kunstenaars van het symbolisme en de Art Nouveau benadrukten echter verschillende aspecten van hun concepten en voorstellingen. Voor de symbolisten ging kunst niet over het weergeven van de werkelijkheid, maar over het overbrengen van inhoud door middel van symbolen en metaforen. Hun motieven kwamen voort uit de verbeelding van de kunstenaars, niet uit de werkelijkheid. Het essentiële element waar kunstenaars van de Art Nouveau naar verwezen was daarentegen de natuur. Toch vermeden ze ook realistische afbeeldingen en gebruikten ze vaak alleen fragmenten. De stijltaal werd geïnspireerd door natuurlijke vormen en structuren, gekenmerkt door florale ornamenten, vloeiende lijnen en geometrische vormen.